Op 23 februari speelde Gervais, die onlangs provinciaal kampioen van de pupillen werd, in de onderlinge van Damclub Baarn Soest tegen Jan van de Veen. Hij verloor maar speelde een hele goede partij. Hij gaat steeds beter spelen en wordt ongetwijfeld een goede dammer. Jeugdleider en trainer Ton van der Ploeg gaat daar veel plezier aan beleven. Of Gervais wereldkampioen gaat worden in navolging van oud pupil van Ton (Roel Boomstra) zal de tijd leren. Ik hoop het in ieder geval.
Jan van de Veen – Gervais Nkouka onderlinge DBS 2017/2018, 23-02-2018 1.33-29 19-23 2.35-30 13-19 14-19 ligt meer voor de hand om de linkervleugel te ontwikkelen 3.40-35 8-13 4.45-40 2-8 5.50-45 17-22 6.30-24 19×30 7.34×25 23×34 8.40×29 Niets aan de hand voor zwart. 20-24 lijkt logisch om te ontwikkelen. 12-17 9.38-33 7-12 10.32-28 1-7
11.42-38 16-21 Goede zet. 12.31-26 Zwart mist weliswaar schijf op veld 2 maar heeft goede mogelijkheden. 11-16 13.38-32 7-11 14.43-38 20-24 15.29×20 15×24 16.47-42 Zwart kiest hier voor 21-27 en kiest voor de Roozenburg-aanval. Hij heeft echter veel andere mogelijkheden. Bijvoorbeeld: 16. …. 14-19 17. 37-31 18-23 18. 31-27 22×31 19. 36×27 met een interessante korte vleugelopsluiting. Maar goed we gaan verder met de partij met de 16e zet van zwart. 21-27 17.32×21 16×27 18.37-31 14-19 Wit heeft maar twee zetten: 45-40 of 49-43. Want in de diagramstand mag wit niet spelen: 41-37 zwart speelt dan 18-23! 42-37 zwart speelt dan 24-30! 48-43 zwart speelt dan 14-19, wit is dan 45-40 en na 4-10 heeft hij een probleem. Daarom kiest wit in de diagramstand voor 49-43 met als achterliggende gedachte 41-37 te spelen hetgeen ook
gebeurde in de partij. 19.49-43 10-14 20.41-37 Zwart kiest nu voor een bekende combinatie in de Roozenburg. Wit speelde dit echter als een lokzet. Wat kon zwart anders spelen dan de combinatie? Bijvoorbeeld: 20. ….. 18-23 21. 37-32 11-16 22. 32×21 16×27 23, 46-41 23×32 24. 33-29 24×33 25. 39×37 en zwart gaat schijf 27 verliezen dus een betere variant. 20. ….. 5-10 21. 37-32 11-16 22. 32×21 16×27 23. 46-41 6-11 24.41-37 10-15 25. 37-32 11-16 26. 32×21 16×27. Zoals eerder in de partij, is 42-37? Niet goed. Blijft over 45-40. “Toevallig” de beste zet. Zwart kan schijfverlies niet voorkomen omdat na 18-23 wit 40-34 speelt en na achter ruilt met 33-29. Schijf 27 gaat verloren. Ook als zwart niet 18-23 speelt maar 4-10 dan speelt wit 40-34. Ook dan is 18-23 geen oplossing en na 4-10 speelt wit 34-29 met min of meer gewonnen stelling. Verder met de partij waarbij zwart dus de combinatie neemt. 27-32 21.38×27 14-20 22.25×23 18×40 23.27×16 24-29 24.45×23 6-11 25.16×7 8-12 26.7×18 13×44 27.48-43 44-50 28.31-27. Zwart gaat nu twee fouten maken
. In de stand kan beter gespeeld worden: 28. 17-22 29. 27×18 50-45 30. 42-38 3-8. Wit staat vier schijven voor en gaat winnen. 38-33 (wat anders?) 9-13 (8-13 is niet goed) 32. 18×9 45×1 33. 9-3! En winst voor wit want de witte schijven staan precies goed. Terug naar de partij: 50-33 29.27-21 33×47 30.21×12.
Zwart speelt hier 48-33? Een wat betere variant doch ook met winst voor wit: 30. ….. 9-13 31. 12-7 4-10 32. 35-30! 13-19 33. 23×14 10×19 34. 7-1 5-10 35. 30-25 10-15 36. 43-39 3-8 Wit wint want er dreigt 25-20
en 39-33 en als zwart 47-24 speelt dan volgt 39-33. 47-33 31.43-38 33×31 32.36×27 4-10 33.12-7 9-14 34.23-18 14-19 35.7-2 2-0
Opmerkingen of vragen zijn van harte welkom!
Jan van de Veen
email hidden; JavaScript is required